In een slecht geïsoleerde woning duiken gegarandeerd vochtproblemen op. Dat kan zowel condensatie als opstijgend vocht zijn. Maar ook na het isoleren en/of renoveren van een woning komt er al eens een vochtprobleem aan de oppervlakte. Meestal heeft dit weinig te maken met de uitgevoerde werken maar des te meer met het gebruik van de woning. Door enkele eenvoudige vuistregels te volgen kunnen al veel problemen vermeden worden. Hierbij geldt steeds 1 algemeen principe : isoleren, ventileren en verwarmen gaan hand in hand.
Isoleren doe je om energie te besparen. Het heeft geen zin om aandacht te besteden aan tochtstrips, een reflecterende folie achter de radiator, spaardouchekoppen, …, als je woning niet degelijk geïsoleerd is. Deze weliswaar nuttige ingrepen vallen in het niets in vergelijking met de warmtewinst in een goed geïsoleerde woning.
Vandaag de dag kan je via doorgedreven isoleren bestaande woningen op energetisch vlak en qua wooncomfort bijna op hetzelfde niveau brengen als een nieuwbouwwoning. Daarbij denken we niet alleen aan een dik en correct geplaatst isolatiepakket, maar ook aan luchtdichtheid.
Maar dat heeft zo zijn gevolgen op de manier waarop er moet verwarmd en geventileerd worden. Hou je daar geen rekening mee is de kans groot dat ongewenste neveneffecten zoals condensatie en schimmel de kop opsteken.
Op deze pagina geven wij je graag wat meer inzicht in de vochthuishouding in gebouwen.
Het is niet zo dat je gegarandeerd problemen krijgt als je één van onderstaande tips niet opvolgt. Maar een aangepast gebruiksgedrag verkleint wel degelijk het risico op kleine of grotere ongemakken.
Een correcte diagnose op basis van de nodige metingen, die maken wij graag bij jou thuis.
En ook voor een vrijblijvende offerte voor uitvoering van aanpassingswerken bent u bij ons aan het juiste adres !
Tip 1 : Meten is weten
Wil je meer inzicht over de vochthuishouding in je woning : schaf dan meteen een elektronische thermometer aan die ook de luchtvochtigheid aangeeft.
Niet duur, en ook al zijn ze niet allemaal 100% accuraat … het toestel geeft u meteen een idee van de relatieve luchtvochtigheid bij een bepaalde temperatuur in uw woning/kamer.
Waarom spreekt men trouwens over ‘relatieve’ luchtvochtigheid ?
De luchtvochtigheid wordt als een percentage uitdrukt en wijzigt onder invloed van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer vocht de lucht kan opnemen.
De doorsnee relatieve luchtvochtigheid ligt bij een kamertemperatuur van 20 à 22°C tussen de 50 en 60%. Bij waarden van 30 à 40 % kan je een droge keel krijgen, bij waarden van 70% en hoger zullen vooral de kamerplanten floreren in jouw serreklimaat en zal je condens krijgen op plaatsen waar dat niet gewenst is. Een woning is op dat vlak helaas niet voorspelbaar.
Tip 2 : Ventileer op de juiste manier
Ventileren doe je gecontroleerd met een ventilatiesysteem, bij voorkeur met warmterecuperatie. Heb of wil je geen ventilatiesysteem in je woning ? Dan kan ventileren ook door gecontroleerd te verluchten via de ramen. Maar dan moet je er als bewoner wel bewust mee omgaan.
Correct ventileren is niet de hele dag de ramen op kipstand zetten. In dat geval ben je niet alleen de vervuilde lucht en overtollige luchtvochtigheid kwijt, ook de warmte is mee buiten.
Wil je een ruimte goed manueel ventileren, dan zorg je voor een korte en krachtige verluchtingbeurt om het hele volume aan binnenlucht te verversen (lees : minstens twee ramen volledig open zetten om een luchtstroom te veroorzaken). Daarna sluit je weer de ramen. De muren, de vloer en het plafond hebben de tijd niet gekregen om af te koelen. Je bent dus alleen de temperatuur van de binnenlucht kwijt en die is in een mum van tijd weer opgewarmd.
Hou er rekening mee dat de natuur zich altijd in balans probeert te brengen. Als het buiten regent, miezerig weer is of er hangt mist … is de kans groot dat de luchtvochtigheid buiten groter is dan binnen. Bij het openen van de ramen zal dan geen vochtige lucht van binnen naar buiten gaan, maar eerder omgekeerd. Ook bij een zwoele zomerdag is de relatieve luchtvochtigheid buiten zeer hoog. Bij droog weer of bij vorst is de lucht buiten droger en zal het verluchten meer effect hebben voor een daling van de relatieve luchtvochtigheid binnen in de woning.
Tip 3 : Vermijd sauna-effect bij koken, wassen en poetsen
Een gemiddeld gezin produceert per week een badkuip aan waterdamp. Dat vocht moet naar buiten via ventilatie, niet via het opnemen van vocht in bouwmaterialen zoals de muren.
Koken zonder dampkap en zonder deksel is geen goed idee. De dampkap dient niet enkel om nare kookluchtjes af te voeren, ze zorgt ook voor de afvoer van waterdamp veroorzaakt door het koken zelf.
Bij het douchen zal het water (deels) vernevelen. Hoe hoger de temperatuur en hoe fijner de waterdruppel, hoe groter de verdamping. Na een lange douchebeurt met hoge watertemperatuur staan de muren en ramen van de badkamer vaak kletsnat van de condensatie. Na het douchen de ramen openen en intensief verluchten is dus een must. Zelfs een badkamerventilator kan deze hoeveelheid vocht vaak niet de baas.
Hang je de was binnen te drogen bij een hoge kamertemperatuur, dan stijgt de luchtvochtigheid uiteraard. Hang je 3 tot 5 machines te drogen in één kleine kamer, dan krijg je haast een mini-sauna. Dit vocht zal elders proberen neer te slaan/condenseren. Dan toch maar een droogkast gebruiken ? Weet dat condensdroogkasten voor meer vocht in de wasruimte zorgen dan droogkasten met een klassieke afvoerslang. Kijk maar eens in het waterbakje van de condensdroger om te beseffen hoeveel vocht er in de was zelf zit.
Tip 4 : Raamvervanging kan het binnenklimaat wijzigen
Het vervangen van de ramen heeft een grotere impact op de woning dan gedacht.
Enkel glas was een zéér sterke koudebrug in de woning, een echte vochtvreter. Er condenseerde liters water op vanuit de vochtige binnenlucht.
Als het glas vervangen wordt is er dus een condensatievlak minder (goed zo). Maar als ook het schrijnwerk zelf vervangen wordt door beter sluitend schrijnwerk, dan valt er een groot gedeelte van de ongecontroleerde natuurlijke ventilatie weg. Goed voor de portemonee, maar dat moet je opvangen door zelf regelmatig te ventileren/verluchten.
Tip 5 : Het type verwarming heeft invloed op de vochthuishouding
Radiatoren of convectoren drogen de lucht langzaam uit. Daarom hingen er bij grootmoeder thuis nog waterbakjes aan de radiatoren om de luchtvochtigheid in de woning te verhogen. Die zijn nu niet meer nodig, integendeel. Onze woningen zijn zo goed geïsoleerd en luchtdicht dat het vocht niet meer naar buiten kan.
Niet alleen klassieke radiatoren drogen de lucht wat uit, ook elektrische verwarming doet dat. Zelfs de moderne warmtepompen lucht-lucht (lees : airco’s die ook kunnen verwarmen in de winter) drogen de lucht mee uit tijdens het opwarmen. Test maar eens hoeveel condenswater er bij deze units de afvoer in loopt.
Gasverwarming met kachels of individuele kachels op petroleum geven bij verbranding vocht af aan de lucht. Dit vocht dient via de schouw naar buiten te gaan, maar evengoed door doordacht te ventileren.
In oudere woningen vind je soms nog gastoestellen die géén schouw nodig hadden, maar waarbij rookgassen en ook het vocht dus wel in de lucht terecht komen.
Werkt de schouw trouwens nog wel naar behoren ? Je zou niet de eerste zijn die geconfronteerd wordt met een verstopping door een vogelnest of door een andere blokkage.
De rookgassen, die ook vocht bevatten, worden in dit geval onvoldoende naar buiten geleid. Het is bovendien een onveilige situatie.
Tip 6 : Constante temperatuur is beter dan extreme dag/nachtregimes
De woning werd goed geïsoleerd en je merkt dat de verwarming veel minder moet werken. De woning is sneller opgewarmd en koelt minder snel af. Dat was de bedoeling natuurlijk.
Anderzijds is het nu niet het moment om de verwarming helemaal uit te schakelen !
De praktijk wijst nl. uit dat een extreem verlaagd verwarmingsregime ’s nachts of bij afwezigheid problemen kan veroorzaken. Want bij thuiskomst of in de ochtend moet deze afgekoelde woning toch weer opgewarmd worden. Het kwalijke gevolg is echter dat de luchtvochtigheid enorm schommelt.
Zoals reeds aangehaald kan warme lucht méér vocht in opgeloste vorm opnemen. Koelt deze lucht af, dan wil ze dit vocht kwijt. In de natuur zie je dit fenomeen als regen, wanneer een wolk in een koudere luchtlaag komt en zodanig afkoelt dat ze haar vocht kwijt wil. Dit is condensatie in zijn zuiverste vorm.
In een te sterk afkoelende woning zal een bepaalde hoeveelheid vocht uit de lucht gaan condenseren op koudere vlakken of in bouwmaterialen trekken (muren, meubels, …)
Herhaal je dit fenomeen dag in dag uit, dan zitten die materialen op den duur verzadigd en kunnen ze het vocht niet meer bufferen. De luchtvochtigheid zelf begint te stijgen, de muren voelen klam aan en bij de minste vochtproductie wasemt alles aan. In woningen waar wij vochtdiagnoses uitvoeren zien wij dit fenomeen erg vaak.
Door alleen al een constantere temperatuur te behouden in de woning zullen er minder schommelingen zijn in luchtvochtigheid en blijft de woning gezonder.
Tip 7 : Een woning verwarmen als je met open venster slaapt
De ultieme ventilatie denkt men dan : met het raam open slapen. En dat klopt ook. Niets gezonder dan in de buitenlucht te slapen. Maar ook de luchtvochtigheid buiten is allesbehalve constant.
Gedurende de nacht koelt het af en krijg je in koudere periodes mist. Trekt die lucht de woning binnen dan kan ze ook gaan condenseren op de koudere plaatsen. Niet verwarmde slaapkamers die onvoldoende geventileerd worden kunnen te maken krijgen met condensatie en schimmelvorming op de koudste plaatsen (koudebruggen en ramen).
Als je totaal niet verwarmt in de kamer, dan koelen de muren/ramen uiteraard mee af in de winter. Eens beneden een bepaalde temperatuur kan er condensatie ontstaan.
Tijdens de nacht daalt de temperatuur. Met twee personen in één slaapkamer stijgt het vochtgehalte. Als je na het opstaan ’s ochtends merkt dat er condensatie staat op de onderzijde van het glas of het raamprofiel van recente ramen, dan weet je met zekerheid dat er een té hoge luchtvochtigheid heerst.
Misschien ga je deze ruimte toch wat moeten bijverwarmen overdag na het verluchten of ventileren, of kiezen wanneer het raam eens dicht moet gedaan worden. Enkel door de luchtvochtigheid te meten op verschillende tijdstippen kan je nagaan wat de oplossing kan zijn. Dus … luchtvochtigheidsmetertje kopen en goed opvolgen welke waarden je gedurende de dag en nacht behaalt.
Tip 8 : Heeft de woning zelf wel droge voetjes ?
Hoe zit het met de voetjes van de woning ? Staat er water in de (kruip)kelder of staat het (kruip)kelderplafond vol met condensdruppels ?
Is er een foute afwatering van een terras of loopt er ergens anders water in de muren. Dat vocht moet ergens heen, en in een verwarmde woning stijgt dat vaak tot de verdiepingen er boven.
Soms is een vochtprobleem in de kelder de bron van alle ellende voor de luchtvochtigheid in de rest van de woning. Daarom zorg je best voor een geventileerde (kruip)kelder, zodat de overtollige dampdruk die er heerst via openingen naar buiten kan ontsnappen. DIt vergt zelden grote werken in en om de woning, maar scheelt soms letterlijk meer dan die druppel die de emmer deed overlopen.
In een notendop
- Meten is weten : hou niet alleen de thermometer maar ook de luchtvochtigheid in het oog.
- Ventileren (constant proces) is niet hetzelfde als intensief verluchten (kortstondig). Doe het, maar doe het bewust.
- Douchen, koken, strijken en wassen zorgen kortstondig voor veel vochtproductie, ventileer/verlucht extra tijdens of vlak er na.
- Controleer de goede werking van verwarmingstoestellen en schouwen.
- Hou je temperatuur gelijkmatig, vermijd te grote verschillen in binnentemperatuur.
- Ga eens op onderzoek in en rond de woning, misschien komt het vocht wel via de onderkant van de muren of de (kruip)kelder binnen.
- Probleem gevonden en een aannemer nodig ? Probleem niet gevonden en een diagnose nodig ? Contacteer ons vrijblijvend !